Voor het eerst verhuizen naar instelling

Uit huis laten wonen en dus zoeken naar een nieuwe woonplek voor je kind of naaste (vanaf hier even kind genoemd) met een intensieve zorgvraag is maatwerk en vaak in de meest extreme vorm. Het komt heel dichtbij. Je kind is een bepaald patroon van leven en begeleiding gewend geraakt. Een patroon dat vaak niet duurzaam vol te houden is omdat de zorg intensiever wordt en/of omdat de ouders/verzorgers ouder worden. Een patroon afleren of veranderen is voor mensen zonder beperking al moeilijk en dat is met geestelijke beperkingen zoals bijvoorbeeld autisme nog moeilijker. Vaak is vooral in de beginperiode meer zorg en aandacht nodig om de transitie te maken van de oude naar de nieuwe situatie met mogelijk uiteindelijk een lagere zorg intensiteit en nabijheid dan thuis misschien het geval was. Dat accepteren is moeilijk maar vaak onvermijdelijk. Het is belangrijk deze overgang heel goed te bespreken bij de intake (en daarna). Want wat voor u als verzorgers 'normaal' is, hoeft dat niet te zijn voor de instelling of plek waar naar verhuisd gaat worden. Hoog risico is dat wat de ouders/verzorgers 'normaal' vinden iets heel anders is dan wat de nieuwe verzorgers/begeleiders onder 'normaal' verstaan of wat zij kunnen bieden. Als die verschillen pas na de verhuizing naar boven komen dan is het vaak erg ingewikkeld om dat bij te sturen. Dit legt ook een dilemma bloot. Als je een plek zoekt dan wil je je kind/naaste graag geaccepteerd zien worden. Dus de goede eigenschappen wordne benadrukt en zijn natuurlijk heel belangrijk maar ook de uitdagingen die aan de zorg van uw naaste vast zitten zijn essentieel om duidelijk te bespreken. Anders is het gevaar dat de benodigde zorg te laag ingeschat wordt door de nieuwe begeleiding. De zorg en nabijheid moet goed zijn als het 'goed gaat'. Vaak is dat 95% van de tijd. Maar als in die 5% van de tijd de juiste begeleiding vele intensiever moet zijn of heel erg moeilijk is, dan is de vraag of men naast de 95% van de tijd dat het goed gaat ook die 5% aan kan. Want als dat niet zo is, dan is de kans aanwezig dat die 5% gaat groeien naar 10% en verder met alle gevolgen van dien. Dus de locatie (waar die is en hoe die er uit ziet) is belangrijk maar de kwaliteit van zorg is afhankelijk van de specifieke situatie vaak nog veel belangrijker. Hoe stabiel en ervaren is de begeleiding? Hoeveel verloop is er? Soms past een kleinere informele organisatie heel goed. Maar soms is specialistische ondersteuning vaak nodig en dan is een wat grotere organisatie vaak passender. Raadpleeg MEE in je regio. Zij weten vaak welke locaties in de buurt aanwezig zijn.

Wat is de strategie? Dat is uiteraard maatwerk en niet generiek te beantwoorden. Tips: Benadruk zowel de goede als uitdagende eigenschappen van je kind en de zorg die nodig is. Wees daar eerlijk over en verwacht die eerlijkheid ook terug van de professionals. Sta open voor het feit dat de zorg anders zal zijn dan thuis. En vertrouw op je gevoel. Jij kent je kind het beste.