Ademhalingsproblemen
Ademhalings- | Als de opening in de neus heel smal is of zelfs afgesloten (choanen atresie) | De kinderarts bekijkt de luchtwegen vanbinnen via een slangetje met een camera. Vóór dit onderzoek krijg je een verdoving (narcose). | Je krijgt tijdelijk een buisje via de mond (Mayo tube). Er is ook een langdurige oplossing: je krijgt dan een buisje tussen de neus en slokdarm (nasofaryngeale tube) of een plaatje in de mond tegen het gehemelte aan (Tubingen plaatje). |
Als de luchtwegen zo ernstig afgesloten zijn dat het zuurstof in het bloed daalt. | Je kunt beademing krijgen door een tijdelijk ingebracht buisje via de keel (intubatie). Daarna kan de arts druk op de longen uitoefenen (CPAP). Als dit niet genoeg helpt, dan kan de arts een blijvende toegang naar de longen maken. Deze ingang zit dan in de keel (tracheotomie). |