qsa: Epileptische aanvallen


1.Heeft uw kind ooit een epileptische aanval gehad?
  • Nee
  • Ik weet dit niet zeker 
  • Ja
De aanvallen ontstonden op de leeftijd van (laat leeg als U het niet meer weet)jr
De aanvallen stopten op de leeftijd van (alleen invullen als het nu over is)jr
Weet U wat voor soort aanvallen uw kind had(ja, weet niet zeker, nee) 
Wat voor soort aanvallen (meer antwoorden geven mogelijk)
  • aanvallen als klein kind met voorover buigen en slaan met armen(infantiele spasmen)
  • kortdurende (secondes) periodese van afwezig zijn (absences)
  • "grote" (tonisch-clonische: met armen en benen slaan) aanvallen
  • onwillekeurig bewegen
anders, namelijk 
Weet U hoe vaak Uw kind aanvallen had 
Uw kind had/heeft aanvallen 
  • meerdere keren per dag 
  • eenmaal per dag
  • meerdere keren per week 
  • wekelijks
  • maandelijks
  • enkele keren per jaar 
  • minder frequent
Weet U op welk tijdstip van de dag de aanvallen optreden 
de aanvallen treden op
  • alleen als mijn kind wakker is 
  • alleen wanneer mijn kind slaapt
  • zowel tijdens slaap als wakker zijn
Kreeg uw kind een therapie voor de aanvallen (uitgezonderd medicijnen) 
Welke therapie voor de aanvallen (meer antwoorden mogelijk)
  • Stimuleren van de vagus zenuw (via een geïmplanteerd apparaatje)
  • Dieet (meestal wordt ketogeen diet gebruikt)
Anders, nl 
Kreeg uw kind medicijnen voor de epilepsie (meer antwoorden geven mogelijk) Ja/weet niet zeker/Nee
weet U nog welke medicijnen
  • Valproinezuur (Depakine) 
  • Carbamazepine (Tegretol) 
  • Oxcarbazepine (Trileptal)
  • Lamotrigine (Lamictal) 
  • Fenytoine (Diphantoine) 
  • Levityracetam (Keppra)
  • Vigabatrine  (Sabril)
Anders, nl 
Weet U hoe de medicijnen werkten op de aanvallen Nee,Weet niet meer, Ja 
Geen van de medicijnen werkte helemaal goed
Alle medicijnen die gegeven werden, werkten even goed  
Een medicijn werkte beter dan de anderen
Welk medicijn werkte beter en hoe
Worden de aanvallen bij Uw kind voorafgegaan door een gebeurtenis (bepaald gedrag; iets zien of horen etc)
  • Nee
  • Ik weet niet zeker 
  • Ja
Welke bepaalde gebeurtenis, (meer antwoorden geven mogelijk)
  • De aanvallen worden voorafgegaan door een speciaal gedrag
  • Mijn kind gaat klagen over hoofdpijn voor een aanval
  • Mijn kind klaagt over het zien van vreemde kleuren of dingen
  • Mijn kind zegt bijzondere dingen te horen 
  • Mijn kind klaagt over buikpijn
Andere gebeurtenis, nl 
Beschrijf, indien nodig, het speciale gedrag dat dat voorafgaat aan de aanvallen
Gebeuren de aanvallen bij Uw kind op speciale tijden Ja/Weet niet/Nee
Indien aanvallen op speciale tijd, (meer antwoorden mogelijk)
  • ’s ochtends
  • ’s middags
  • ’s avonds
  • ’s nachts
Indien de aanvallen worden voorafgegaan door een bepaalde gebeurtenis, (meer antwoorden geven mogelijk)
  • Vooral tijdens koorts
Vlak voor of vlak na een gebeurtenis, nl 
Is er wel een of meer EEGs bij ue kind gemaakt Ja/weet niet/ Nee
De leeftijd waarop een EEG werd gemaakt wasjr (meerdere)
Ik weet de leeftijd waarop een EEG gemaakt werd niet meer zeker 
Weet U wat het EEG liet zien ja/ weet niet meer / nee
Het EEG liet afwijkingen zien ; indien u weet welke, graag hier aangeven 
2.Is er ooit een MRI hersenen gemaakt bij uw kind?
  • nee
  • Ik weet niet zeker
  • ja
De leeftijd waarop een MRI werd gemaakt wasjr(meerdere)
Ik weet de leeftijd waarop een MRI gemaakt werd niet meer zeker 
Weet U nog wat de MRI liet zien
  • De MRI liet geen afwijkingen zien
  • De MRI liet afwijkingen zien
Indien afwijkingen welke, graag hier aangeven 

About the website contents

 

All of the information on this WebSite is for education purposes only. The place to get specific medical advice, diagnoses, and treatment is your doctor. Use of this site is strictly at your own risk. If you find something that you think needs correction or clarification, please let us know at: 

Send a email: wiki@waihonapedia.org